Skip to content

Jezus’ preek op de berg
“Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.”
Mattheüs 5:4

Jezus opende zijn mond om deze geweldige preek te geven en de eerste woorden die over zijn lippen kwamen waren deze: “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.” Waarom zou Jezus zijn preek met deze zaligspreking begonnen zijn? Dat is geen toeval. Het is duidelijk dat Jezus Zijn woorden en de volgorde van Zijn preek zeer zorgvuldig heeft gekozen. Deze woorden staan aan het begin, want dit is ook het begin van het Christelijke leven. Er is geen Christen die niet ontdekt heeft dat hij ‘arm van geest’ is.

Arm van geest zijn heeft niets te maken met materieel arm zijn in deze wereld, maar het gaat om armoede van geest. Dit geldt voor zowel degenen die rijk als arm zijn. De rijken stellen hun vertrouwen in rijkdom en willen meer. De armen zoeken vaak op dezelfde manier naar rijkdom, in de veronderstelling dat ze gemoedsrust en geluk zullen vinden als ze er maar meer van hadden. Jezus spreekt dus niet over financiële armoede, maar over de armoede van geest. Arm van geest zijn betekent dat we onze uiterste nood voor God erkennen. Waar heb jij nood aan? Of waar zie je nood in de wereld? Is dat dan alleen ver weg of zie je vormen daarvan ook in je eigen leven? Ieder mens probeert in minder of meerdere mate het goede te doen, maar hoe vaak falen we, stellen we teleur of is egoïsme de drijfveer? We zijn niet perfect, maar God is dat wel en daarom kunnen we Hem niet onder ogen komen. Arm van geest zijn betekent dat we inzien welke grote nood we hebben aan een Redder. Alleen door onze grote nood te zien, kunnen we onze grote Redder zien. En pas als we zien dat we niet onszelf, maar Hem nodig hebben, kunnen we met Hem vervuld worden.

Deze zaligspreking gaat dus in tegen het verkeerde idee dat we op eigen kracht, redding van God of zijn gunst zouden kunnen verdienen. Het evangelie maakt ons duidelijk dat we absoluut niets kunnen doen om zijn genade te verdienen. We zijn leeg, gebroken en arm en vanuit onszelf zoeken we niet naar God (Romeinen 3:10–18). We hebben in ons geweten besef van goed en kwaad, maar hoe kunnen we weten hoe goed dan goed genoeg is als we de maatstaven voor God willen invullen?

Maar toch, in Zijn genade heeft Hij ons gezocht en gekozen om Zijn kinderen te zijn (Efeze 1). Maar daarvoor moest Jezus, die rijk was, een mens worden met alle armoede die daar bij hoorde, zodat wij rijk kunnen worden in Hem (2 Korinthe 8:9). Armoede van geest is een kenmerk van iemand die de waarheid van het evangelie begrijpt. In onszelf zijn we de armste bedelaars (Romeinen 3: 10–18), maar door Zijn genade zijn we tot zonen en dochters van God gemaakt. 

Als we onze eigen armoede en nood erkennen, komen we tot Christus voor verlossing. Niet maar één keer, om er vervolgens nauwelijks meer bij stil te staan. Nee, iedere dag opnieuw worden we herinnert aan het erkennen onze grote nood. De wereld vertelt ons ”je bent goed genoeg”. Maar de Bijbel zal ons er keer op keer aan herinneren dat we niet goed genoeg zijn. Niet voor God. Geen mens kan goed genoeg zijn en daarin zijn we allemaal gelijk. Geen Christen kan zichzelf boven iemand anders stellen, zich beter voelen. Wij zijn niet genoeg, maar Jezus is meer dan genoeg voor ons. Spurgeon zei: “onze denkbeeldige goedheid is moeilijker te overwinnen dan onze werkelijke zonde.” Hoe makkelijk is het voor ons om te denken dat we in onze eigen kracht kunnen leven, en toch roept Jezus ons op om arm van geest te zijn en om op Zijn kracht te leunen. Zodat we eraan herinnerd worden dat onze hoop alleen op Hem is en ‘gelukkig’ niet op onze eigen prestaties. 

Vraag aan jezelf; op welke manieren heb ik geprobeerd vanuit mijn eigen kracht te leven? En als Christen? Hoe kan ik ‘arm van geest’ leven?

Zij die arm van geest zijn, zijn de mensen die al het goede van het evangelie hebben geproefd. We komen leeg tot Jezus en gaan voller weg dan we van onszelf ooit hadden kunnen bereiken. Dit is het omgekeerde koninkrijk. Het biedt een vollere grootsheid dan je je kunt voorstellen. Het zijn de armen van geest die het Koninkrijk van God uit genade bezitten, niet alleen voor het leven hierna, maar ook nu al. Dus maken we ons hart, ondanks wie we zijn, vruchtbaar, om wat Hij voor ons heeft gedaan. We kijken naar Hem als onze bron van kracht en bedenken dat we niet hoeven te proberen in onze eigen kracht te leven. In de Bijbel zoeken we Hem en Zijn karakter, en erkennen we steeds opnieuw onze wanhopige nood aan iemand zo volmaakt als Hem. We herinneren ons waar we zelf waren en wat Hij heeft gedaan.

Back To Top