Skip to content

Stel je een man voor die vastzit op de bodem van een diep gat. Hij kan er niet uit klimmen. Hij heeft hulp nodig van buitenaf of van bovenaf. Hij heeft iemand nodig om een touw of een ladder naar beneden te gooien. Hij heeft een redder nodig. De mensheid bevond zich in dezelfde situatie vanwege onze zonde. We hadden hulp uit de hemel nodig en onze grote God voorzag ons van een redder. Er is maar één God (Deut. 6:4; Mk. 12:29, 32; 1 Kor. 8:4, 6; Ef. 6:6; Jak. 2:19), maar deze God is ons bekend met drie namen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Mt. 28:19; 2 Kor. 13:14; Joh. 15:26). God de “Vader” noemen betekent niet dat God getrouwd was of dat Hij en een hemelse vrouw een zoon hadden. “Vader” vertelt ons dat God als een vader is terwijl hij over ons waakt en voor ons zorgt (Mt. 6:9; 7:9-11). Jezus Christus wordt niet de “Zoon van God” genoemd, omdat God en een hemelse vrouw Jezus baarden, of omdat de Vader ouder is dan de Zoon. Hij wordt de “Zoon van God” genoemd omdat Hij onderdanig was in Zijn relatie met God de Vader zoals elke zoon onderdanig zou moeten zijn aan zijn vader (Joh. 4:34; 5:30; 6:38). De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn allemaal eeuwig en zijn allemaal goddelijk. Ze zijn God, niet menselijk.

Dit betekent dat onze Redder, Jezus Christus, Zijn leven of bestaan niet begon toen Hij in deze wereld werd geboren. Hij leefde lang voor Abraham (Joh. 8:58). Hij leefde voordat de wereld werd geschapen (Joh. 1:3; Kol. 1:15-16; Hebr. 1:2). Dit wordt normaal het voorbestaan van Christus genoemd (Johannes 3:13; 8:23; 17:5, 24; 18:37). Onze Redder, Jezus Christus, is eeuwig. Hij heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan (Openb. 1:8, 17; 21:6; 22:13; Joh. 1:1; Hebr. 13:8). Hoewel Hij in de hemel was waar menigten engelen Hem hadden kunnen dienen, kwam Hij vrijwillig naar de aarde om onze redder te zijn (2 Kor. 8:9). Paulus legt het geweldige goede nieuws uit dat het verhaal van het Christendom zo uniek maakt:

“Christus Jezus, die, hoewel Hij in de gestalte van God was,

dacht niet aan gelijkheid met God als iets om te exploiteren, of als iets wat Hij niet los kon laten.

Nee, Hij heeft zelfs Zijn goddelijkheid afgelegd en de vorm van een dienaar/slaaf aangenomen. Hij werd geboren als mens: (Filippenzen 2:5–7).

De zondige mensheid had een redder nodig. In plaats van het onmogelijke van ons te eisen, namelijk dat we voor onze eigen zonden moeten betalen, heeft God zijn enige Zoon naar de wereld gestuurd om het probleem van de zonde voor ons op te lossen (Johannes 3:16). Daarom wordt de Christelijke boodschap het “evangelie” genoemd (Marcus 1:1; 16:15; Rom. 1:16; Ef. 1:13; 1 Tim. 1:11). Het woord “evangelie” betekent “goed nieuws” (BAGD, 317-318). Het is goed nieuws dat onze situatie niet hopeloos is. God heeft ons een redder gestuurd om ons van onze zonden te redden. Redding is uit de hemel tot ons neergedaald in de persoon van de Zoon van God, Jezus Christus.

Back To Top