De zondeloosheid van Jezus

De Schriften zeggen dat Jezus “volmaakt is geworden” (Hebreeën 5:9). “In Hem is geen zonde” (1 Joh. 3:5). Als ons offerlam moest Jezus zonder gebreken zijn (Joh. 1:29; Hebr. 9:14). De apostel Petrus zei: “Hij heeft geen zonde begaan” (1 Petr. 2:22). De apostel Paulus schreef: ‘’Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem’’ (2 Kor. 5:21).

Jezus “is in elk opzicht op de proef gesteld zoals wij, maar zonder zonde” (Hebreeën 4:15). Jezus durfde zelfs aan zijn tegenstanders te vragen: “Wie van jullie overtuigt mij van zonde?” (Joh. 8:46). Zeker, Jezus Christus is de “Heilige en Rechtvaardige” (Handelingen 3:14). Jezus deed niet alleen geen verkeerde dingen, Hij deed alleen maar het juiste en goede.

Het bewijs voor de zondeloosheid van Jezus is behoorlijk divers. Het kwam niet alleen van sympathieke vrienden die misschien geneigd waren te overdrijven, maar het kwam ook van mensen die vrij neutraal tegenover Jezus stonden. Het meest verrassende van alles was dat er zelfs bewijzen kwamen van degenen die absoluut niet sympathiek stonden tegenover zijn zaak. Hier is een samenvatting van het Bijbelse bewijs voor Jezus’ rechtvaardigheid en zondeloosheid:

A. Sympathieke getuigen

• 1. Petrus – Luk. 5:8; 1 Petr. 1:19; 2:22; 3:18; Joh. 6:69; Hand. 3:14
  2. Johannes – 1 Joh. 2:1, 29; 3:5, 7; Hand. 4:27
  3. Paulus – 2 Cor. 5:21
  4. De schrijver aan de Hebreeuwen – Hebr. 2:10; 4:15; 5:8-9; 7:26, 28; 9:14
  5. Stefanus – Hand. 7:52
  6. Ananias – Hand. 22:14
  7. De vroege Christenen – Hand. 4:30
  8. De engel Gabriel – Luk. 1:35

B. Onsympathieke getuigen

• 1. Joodse leiders – Mat. 26:55-59; Mar. 14:48-56; Luk. 22:52-53; Joh. 18:20-21
  2. Judas – Mat. 27:4
  3. De demonen – Mar. 1:24; Luk. 4:34

C. Neutrale getuigen

• 1. Pilatus -Mat. 27:18, 23-24; Mar. 15:14; Luk. 23:4, 14-15, 22; Joh. 18:38; 19:4-6
  2. Pilatus’ vrouw – Mat. 27:19
  3. De misdadiger aan het kruis – Luk. 23:41
  4. De hoofdman over 100 – Luk. 23:47

D. Jezus’ eigen getuigenis

• 1. Joh. 8:46; 14:30; 15:25; 18:23
  2. Zijn volmaakte gehoorzaamheid – Joh. 4:34; 5:30; 6:38; 7:18; 8:29, 55; 15:10; 17:4; Luk. 22:42; Hebr. 10:5-7

Het getuigenis van Jezus zelf is misschien wel het meest waardevolle van allemaal. Hoe beter mensen zijn, hoe meer ze geneigd zijn zich bewust te zijn van kleine fouten in hun eigen leven. Hoe slechter mensen zijn, hoe meer ze de neiging hebben om grote zonden in hun leven te minimaliseren. De innerlijke persoon van Jezus toont geen bewijs dat hij zich bewust was van enige zonde of wangedrag in zijn leven. Dat hij beweerde dat hij zonder zonde was, was ofwel een van de meest arrogante beweringen die ooit door een mens zijn gedaan, of het was de waarheid. Jezus was of een gek, een leugenaar of de Heer. Al het andere bewijs lijkt de bewering van Jezus’ zondeloosheid te bevestigen, dus Christenen geloven dat hij volmaakt en smetteloos was. We zullen in het volgende artikel lezen waarom Jezus’ zondeloosheid zo enorm belangrijk was als hij de zonde van de wereld op zich wilde nemen.