Skip to content

Jezus’ preek op de berg
“Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.”
Mattheüs 5:6

Deze vierde zaligspreking toont een verschuiving in de passage. Deze zaligspreking vat op zoveel manieren het hele Christelijke leven samen. Dit zou moeten zijn waar we voor leven. We zouden mensen moeten zijn met een honger en een dorst naar gerechtigheid. Deze zaligspreking is een hoogtepunt van degenen die eerder zijn gekomen. Als we eenmaal hebben ontdekt dat we geen middelen hebben om onszelf te redden, leren we om ergens anders te kijken – naar Christus – om in onze behoeften te voorzien, en ook om te voorzien in de behoeften van de wereld waarin we leven. Als we onze geestelijke armoede erkennen, en als we treuren over onze zonden, en ons overgeven aan Gods soevereine wegen, kunnen we op de plaats komen waar we hongeren en dorsten naar gerechtigheid.

Gerechtigheid staat centraal in dit vers en het is een thema in de Bergrede. Het woord “gerechtigheid” heeft twee facetten. In zekere zin is dit rechtvaardiging. Dit is de toegerekende gerechtigheid van God aan ons wanneer we Gods genade voor redding aanvaarden. In redding worden we niet alleen vergeven van onze zonden, maar krijgen we de gerechtigheid van Jezus. Hij neemt onze zonde en geeft ons zijn gerechtigheid (2 Korinthe 5:21). Jezus Zelf is onze gerechtigheid. We zouden niet uit onszelf rechtvaardig kunnen zijn, maar Hij is onze gerechtigheid en deze gerechtigheid wordt ontvangen door geloof in Zijn genade (1 Korinthe 1:30, Filippenzen 3:9). Gerechtigheid is onze rechtvaardiging of juiste relatie met God, maar het is ook onze heiliging. Als gelovigen bezitten we de gegeven gerechtigheid van God, en toch bevinden we ons ook in een proces van heiliging waarin we steeds meer op Jezus gaan lijken. We groeien voortdurend in Hem en worden meer zoals Hij. We hebben Zijn gerechtigheid al, en toch kleden we ons voortdurend weer met Zijn gerechtigheid terwijl we Hem toestaan ons te transformeren en ons te laten groeien in heiligheid. 2 Korinthe 3:18 beschrijft hoe we worden getransformeerd van de ene graad van heerlijkheid naar de andere. We krijgen langzaam een glimp te zien van wie Hij is en worden getransformeerd door Zijn karakter.

De woorden “honger” en “dorst” in het vers worden gebruikt om het vurige en ijverige verlangen naar Gods gerechtigheid te beschrijven. De woorden herinneren ons aan Psalm 42 dat ons vertelt dat onze ziel naar God moet verlangen zoals de herten snakken naar het water. We zouden moeten hongeren en dorsten om het heilige volk te zijn dat God wil dat we zijn. Hij verandert onze verlangens. Hoewel we eens verlangden naar de dingen van deze wereld, hoe meer we in Hem blijven, hoe meer we hongeren en dorsten naar Hem boven alles. Dit is een verlangen om heilig te zijn. Dit is een verlangen om met God te wandelen dat sterker is dan enig ander verlangen in ons hart. Dit is een kiem voor het herstel van de schepping en een verlangen dat Gods koninkrijk op aarde komt – een verlangen dat alle naties worden bereikt, dat sociale gerechtigheid regeert en dat onze eigen zondige harten worden getransformeerd in het licht van Zijn heerlijkheid.

Alleen de mensen met hongeren kunnen voldaan worden gemaakt. Zonder Hem is er geen voldoening. Zaligheid komt alleen door gerechtigheid en gerechtigheid komt alleen door Hem. We hebben deze gerechtigheid op het moment van bekering en verlossing en toch blijven we ook groeien in gerechtigheid en verlangen we naar meer. We zoeken geen werelds geluk; we zoeken naar Jezus en Zijn gerechtigheid, geluk en zegen worden uitgestort over degenen die hongeren en dorsten naar wie Hij is. En alleen Jezus voldoet.

We moeten Hem dus toestaan om in ons hart een honger en een dorst naar gerechtigheid te laten groeien. We moeten in Hem blijven om te beseffen dat we het niet alleen kunnen (Johannes 15). We moeten beseffen dat er geen voldoening is buiten Hem. Hij is degene naar wie we verlangen. Wandelen met God is waar ons hart naar verlangt en waar onze ziel naar hongert en dorst. Als we ons aan Hem overgeven en hongeren en dorsten naar gerechtigheid, belooft Hij dat we tevreden en echt helemaal voldaan zullen zijn.

Back To Top